Het was half twaalf, half twaalf geweest, Hij keerde weer terug van een ------- feest. Door de regen en de mist kon hij niets zien, Ze stond op de pechstrook van afrit -------. Haar haren in slierten om haar gezicht, Haar huid zo ----- en doorschijnend licht. Een geur van --------- en een ------- kleed Al vijfentwintig jaar niet meer up to date. 'Wil je een lift?' vroeg hij goedgezind aan dat mooie lieve kleine -----------. 'Ik ga tot ----,' antwoordde zij. 'Prima,' zei hij, 'kom er maar bij.' En ze rilde en ze ------ en ze had het koud. Ze leek nog zo jong en toch ------- oud. Hij heeft toen zijn ----- om haar heen gelegd. Om het ----------- met de rode vlecht. ‘Dank u meneer, ik dank u zeer. De naam is Vera, Vera Van ----. Ik werd verrast door dit ---------, Dank u, dank u zeer meneer.’ Er was een leuk liedje op de radio, Zij vond het blijkbaar toch maar zo en zo. Plots werd de ontvangst heel erg --------, Hij draaide de knop ...