STENEN DROOM
Voor dag en dauw
verlaat ik mijn houten
hut,
mijn spinnewielvrouw
en het klein grut,
dat heel de nacht van
honger bleit,
in uitgedroogde
borsten bijt.
Met hamer en
beitel als bestek
vreet ik kalksteen
als een gek.
Ik ben een steenhouwer,
een dromenbouwer.
Ik droom van een
stenen huis
maar bouw een
stenen schip,
waarmee de keizer
naar de hemel vaart,
God in zijn
grootheid evenaart.
Ik bouw voor de
keizer.
De keizer bouwt
voor God.
Ik giet gotiek
door mijn strot
de klok rond met
de wijzer.
STENEN HUIS
De knecht neemt
een hap uit de mortelpap.
De bouwmeester
laat de katrollen rollen.
De sjouwer draagt
stenen met loden benen.
De metser stapelt
blokken tot in de nokken.
De beeldhouwer
kapt wijze en dwaze lijven.
De timmerman snijdt
een schrijn voor heiligenpijn.
De smid giet uit
ijzer een kruis en een keizer.
Wij bouwen voor de
keizer.
De keizer bouwt
voor God.
Ambachtsman zijn is
ons lot.
Wie valt er van de
steiger?
De troubadour looft
in een hoofs gedicht
de kathedraal vol
lucht en licht,
de
anderhalvemeterman,
middeleeuwer van vijftig
kilogram.
De paus doopt de
kathedraal tot Dom
en de keizer tot het
godendom.
De troubadour
kraait oproer:
Wij smeden een
keizer,
maar ook een complot.
Smelt de vorst tot
op het bot!
Geef ieder een
stukje huis van God:
een stenen huis
met boven de deur een
hoefijzer.
Greet De Wolf
U kunt nog een Lofdicht inzenden voor de BoonAparte Wedstrijd
tot en met Vrijdag de Dertiende (juli), 24 uur!
Première De Bende van de BoonAparten
tijdens de Gentse Feesten... en wel op 15 juli, 20 uur,
in de Parnassus!
Reacties